Gerrit van Elburg als jochie al besmet met het postduivenvirus

OMMEN – Als opgeschoten joch wachtte Gerrit van Elburg bij zijn oudere neef, met wonderwel dezelfde voor- en achternaam, op de thuiskomst van de postduiven na een wedvlucht. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan gesteld worden dat destijds, in de Gasthuisstraat, midden in het centrum van Ommen, het postduivenvirus zich heeft genesteld en onuitroeibaar gekapseld. Heden ten dage, meer dan een halve eeuw verder in de tijd, is Van Elburg dagelijks in een van zijn duivenhokken te vinden.

Observeren, schoonmaken, voeren en vooral genieten. Bijna elke dag mogen de jonge duiven de wieken uitslaan en een uurtje om de thuisbasis cirkelen. Zie het als training. Als de duivenmelker de klep opent, kiest de jonge aanwas razendsnel het hemelzwerk. Op een enkeling na. Op de nok van het dak zijn twee sufferdjes liever lui dan moe. “Daar heb ik dus niks aan, straks op de wedvluchten”, analyseert de verzorger met bedenkelijke blik.

‘Goed voor mekaar’

Van Elburg is, zo mag met enig gevoel voor drama gesteld worden, een der laatste Mohicanen in de lokale duivensport. De bezigheid vergrijst. PV de Luchtpost heeft zo’n 25 leden, waarvan vijftien hun klapwiekende racemonstertjes inzetten op diverse vluchten, in duivenkringen ‘vitesse, midfond en fond’, voor de leek ‘dichtbij, verderop en nog verder weg’. “Op de verre overnachtingsvluchten zet ik geen duiven in”, vertelt Gerrit. “Dat duurt me te lang. Daar kan ik niet goed mee overweg.” Dat de duivensport aan erosie onderhevig is begrijpt de duivenmelker wel. “Ik was nog maar een peuter toen ik met m’n ouders op deze stek in de zeeheldenbuurt kwam te wonen. De grond was goedkoop. De tuinen groot. Er was ruimte. Dat is tegenwoordig wel anders. Komt bij, als je wil starten heb je een hok nodig. Hout en ander benodigd bouwmateriaal zijn prijzig. Inschrijven voor de vlucht kost ook geld. Kan me voorstellen dat ouders zeggen: ga maar mooi bij de voetbal, of de volleybal. Er zijn nog wel plaatsen waar de duivensport floreert, zoals in Westerhaar, Staphorst en Rijssen, maar verder wordt het bijna overal minder.”
Al loopt het ledenaantal terug, De Luchtpost kan jaren vooruit. “We zitten nu aan Het Arriërflier, in de aanloop naar het sportpark, in een modern gebouw”, licht Gerrit toe. “We moesten een jaartje of drie, vier geleden weg van het Molenpad en wijken voor nieuwbouw. Maar eerlijk is eerlijk, de gemeente heeft ons keurig behandeld, niet alleen in financieel opzicht, ook wat betreft het vinden van een nieuwe, passende locatie. Dat is gelukt. We hebben de boel op de nieuwe stek goed voor mekaar.”

Duivenboutje

Als jochie werd Van Elburg gegrepen door het mysterie van dat koerende spul. Waar je de duiven ook heenbrengt en loslaat, altijd kwamen ze weer thuis. Of nou ja, de term ‘altijd’ klopt niet voor de volle honderd procent. Een wedstrijdvlieger hoopt op euforie, maar krijgt vroeg of laat te maken met tegenslag. Dat is inherent aan de sport. Natuurlijk groeit de hoop als een duif zich vroeg ‘thuis’ meldt en de verwachting van ‘in recordtijd binnen’ flink opschroeft. “Het is en blijft wel een sport natuurlijk”, bevestigt Gerrit. “Iedereen wil de snelste duif hebben. Maar er is ook frustratie, als een of meerdere duiven wegblijven. Maar ja, verspelen hoort bij de sport. We hadden ooit een duivenmelker die zich in het zwart, inclusief een hoge hoed op de clubavond meldde, nadat enkele van zijn duiven niet terugkwamen.” Humor natuurlijk, maar met een zwart randje. Het gebeurt. Hoort erbij. Niks aan te doen. Roofvogels lusten maar wat graag een duivenboutje en door de toename van zendmasten raken duiven wel es gedesoriënteerd. Ook een onverwachte weersomslag kan zorgen voor uitval. “Als bekend is dat er een depressie aan komt worden de duiven niet gelost”, vult Gerrit aan. “Maar soms word je onaangenaam verrast. Af en toe is de duivensport keihard. Je moet kunnen incasseren.”

‘Weduwschap spel’

‘Orde, reinheid en regelmaat’, is de heilige drie-eenheid in de duivensport volgens Gerrit, naast soigneur tevens koppelaar. Hij is degene die de dames selecteert voor zijn stoere, welgevormde doffers. Eenmaal aan elkaar gewend vliegen de macho’s zich de pennen uit de vleugels om terug te keren op het vertrouwde honk, waar de beloning bestaat uit een innig samenzijn met hun geliefdes. Dit heet in duivenkringen ‘weduwschap spel’. Van Elburg verstaat de kunst om de duivensport spannend te vertalen. Zijn verhalen zijn vergeven van anekdotes, want wat de sport met de voetballerij gemeen heeft is de nazit. Wat bij het voetbal ‘de derde helft’ wordt genoemd en de verhalen sterker worden naarmate de tijd verstrijkt. “We zijn een gezellige club”, bevestigt de duivenman. “Wie wint krijgt de felicitaties. We gunnen elkaar het succes en staan open voor iedereen die meer over de duivensport te weten wil komen. Ik heb de sport aan huis. Hoe mooi wil je het hebben? Binnen de club heb ik meerdere bestuursfuncties gehad, momenteel ben ik algemeen bestuurslid. Verder ben ik actief in de politiek voor de VOV en doe nog wat bij FC Ommen. Wat de duivensport betreft: tot het komende najaar wordt elke vrijdagavond ingekorfd. Op de zaterdag is de uitslag van de wedvlucht bekend en komen we bijeen. Bij deze nodig ik iedereen uit om op een van deze avonden vanaf 7 uur een kijkje te komen in ons clubgebouw, gelegen aan Het Arriërfier 1 in Ommen. Vlakbij sportpark Westbroek.”

Tekst/Foto: Willem Lampe

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.