Lampie: Fietsen met Lohues

0260949_Fietsen_-_4.jpg
.

Lampie dendert door. Elke week verschijnt in dit niet te vermijden huis-aan-huisorgaan een hersenspinsel. Zelfs hartje zomer. In vakantietijd. Al brandt de zon onbarmhartig op mijn bolletje, er borrelt wel wat op. Of ik nooit uitgeschreven ben? Ben je gek! Het leven is een doorlopende voorstelling, er gebeurt altijd wat. Zelfs in je directe omgeving. Voor avontuur hoef je niet op reis. Herstel, ik moet dat niet invullen voor een ander, hoef ík niet op reis. Het gevoel van ‘ik ben zóóó aan vakantie toe’ is me vreemd. Hoezo, heb je daarvoor niet prettig geleefd dan? Het hoogtepunt van op vakantie gaan was voor mij thuiskomen. Alles weer bij de hand. Bovendien: sinds mijn zegening, excuseer pensioen, heb ik het idee dat ik continu vakantie heb. Komt bij, ben niet graag van huis. Voor een zonvakantie hoef je tegenwoordig niet naar de Canarische weilanden. Dankzij de opwarming van de aarde is het in Nederland ’s zomers bloedheet. Er zijn dagen dat de reuzel je uit elke lichaamsopening druipt. Zelfs het meest bedekte.
Ik weet waarover ik praat hoor. Heb in het verleden, we spreken over de vorige eeuw, ook aan het Griekse strand liggen zweten, om na een paar uur bakken hondsberoerd terug te sjokken naar het appartement. Shit, toch weer verbrand. Te lui om tijdig bij te vetten met factor 50 – wat overigens niet slaat op de leeftijd, dat is het beschermingscomponent. Na twee bladzijden lezen en alsmaar uitbundiger dansende letters naar dromenland gesukkeld. In het appartement de laatste hardnekkige zandkorrels tussen de tenen wegspoelen en de boulevard maar weer op. Kijken welke gladjanus ons nu weer z’n eettent weet in te lokken. Die slijmballen met hun pommadekapsels en pornosnorretjes. En de andere dag een kerk bekijken. Kom ik anders ook nooit – al zou dat af en toe geen kwaad kunnen. Hoe heeft het kunnen gebeuren? Laat mij maar lekker thuis, waar ik alles weet te liggen en waar het me aan niets ontbreekt. Saai? Mag een ander vinden. Prima. Niet mijn probleem. Het is me hier warm zat en ach…, primitief vertoeven in berg en jungle.
Als het eropaan komt zijn we verwende secreten. Avontuur oké, maar eh…, toch wel wifi en airco ter beschikking? Al dat gedoe met huurauto’s en opdringerige prullariaverkopers. Dat omzichtige geschuifel, met muizenpasjes en holle rug, vanwege de diarree. Je durft geen wind te laten glippen. Nergens een vlottere stoelgang dan op je eigen vertrouwde doos. En dan laat ik ellende als geannuleerde vluchten, saaie excursies en smerige hotelkamers nog achterwege. Nou ja, genoeg gemekkerd. Het belooft een zonnige dag te worden en het is ultravroeg. De ochtend begint tintelfris. Pluk de dag! Trap aan die Batavus. Troubadour Daniël Lohues lift mee op de bagagedrager. ‘Wie döt mij wat, wie döt mij wat/wie döt mij wat vandage/’k heb de band’n vol met wind/nee ik heb ja niks te klaag’n/wie döt mij wat, wie döt mij wat/wie döt mij wat vandage/’k zol haost zegg’n, jao ‘t mag wel zo.’

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.