
OMMEN – Tot 15 februari 2013 herinnerde een bescheiden plaquette op het voormalige gemeentehuis aan de overwinning van een ingezetene van Ommen in de mythische Elfstedentocht van 1963. Eindwinnaar Reinier Paping woonde ten tijde van zijn heroïsche schaatszege in de Vechtstad. Met zijn overwinning zette de triomfator op noren Ommen op de kaart.
Na de zegetocht van onze voormalige stadgenoot werd de tocht nog drie keer gereden. Maar nooit waren de omstandigheden zo bar en boos, en deed koning Winter zijn toorn zo gelden als in 1963. Hoewel nimmer zo Siberisch blijft het een megaprestatie om de dik 200 kilometer langs elf Friese steden al schaatsend te volbrengen.
In 1985 schaatste Evert van Benthum Paping naar de vergetelheid. De veeboer uit Sint Jansklooster ging een jaar later op herhaling. Daarna bleef het stil tot 1997. In die laatste verreden monstertocht bleef spruitjesboer Henk Angenent publiekslieveling Erik Hulzebosch in de sprint nipt voor. In de schaduw van de grote schaatskanonnen poogde een leger aan liefhebbers de barre megatocht uit te rijden. Het merendeel gaf er onderweg de brui aan, hadden zich verkeken op afstand, kwamen ten val of hadden hun eigen inhoud of capaciteiten op de gladde ijzers te hoog ingeschat. Zo niet Ale Overwijk uit Ommen. Zijn naam is terug te vinden op het plaatje onder het sculptuur van een schaatser, welke exact tien jaar geleden, verscheen op een unieke plek, pal naast de Vecht tegenover hotel de Zon, bij de opgang van de boulevard. Liefst drie keer volbracht de geboren Fries de barbaarse schaatstocht.
Initiatiefnemer
Met Overwijk is tevens de initiatiefnemer genoemd, die ervoor zorgde dat de herinnering aan Paping en zijn triomf wat meer zichtbaar werd. “Het begon met een idee”, vertelt de voormalige recreatieschaatser. “Daarna was het sponsors zoeken en een kunstenaar. Plus gesprekken voeren met de gemeente. Er ging uiteindelijk twee jaar overheen voor het zover was.” Aan kunstenares Loeki Leeuwerik de eer het beeld te mogen ontwerpen. Op 15 februari 2013 was de onthulling. Een halve eeuw na zijn heldhaftige zege mocht Reinier Paping zijn eigen beeltenis te openbaren, in het bijzijn van velen, waaronder schaatscrack Erik Hulzebosch en natuurlijk initiatiefnemer Overwijk. En zo blijft de herinnering aan Paping en zijn majestueuze overwinning levend. Wie Ommen binnenkomt vanaf de Hessel Mulertbrug kan simpelweg niet aan het opvallende plastiek voorbijgaan.
Overwijk woont al meer dan een halve eeuw in Ommen, maar heeft zijn wortels in het Friese Tijnje liggen. Vrouw Hetty kreeg als onderwijzeres een baan in Nieuwleusen en Ommen werd uitverkoren als woonplaats. Jarenlang bestierde het duo kunstgroothandel Iron Art. Tussen alle bedrijvigheid door zat sportieveling Ale op de racefiets, wandelde voor het vaderland weg, sloeg een pluimpje bij de badmintonclub of stond op de schaats. Hij gleed kilometers weg op de kunstijsbaan in Deventer. Of ’s winters in de buitenlucht, in en rond Giethoorn en de Weerribben, zocht het hogerop in Oostenrijk op de Weissensee of ergens in het ijskoude Finland.
Lid van de club
Het meest iconisch was en bleef natuurlijk de Friese Elfstedentocht. Om die te mogen rijden, moet je lid van de club zijn. En dat is Overwijk. Al jaren en jaren. Een pasje herinnert aan zijn trouwe lidmaatschap. De leeftijd en een sluimerende ziekte, maakt dat het af en toe wat mistig wordt in de hersenpan. Herinneringen vervagen. In het prachtige appartementencomplex aan de Vechtkade, met uitzicht op de getemde rivier en de Konijnenbeltsmolen kijken we halverwege de maand februari terug op de vele sportieve prestaties, met als hoogtepunt het driemaal volledig uitschaatsen van de iconische monstertocht op de gladde ijzers. Echtgenote Hetty helpt om dierbare, dan wel grappige voorvallen op te duikelen, al dan niet met behulp van vele krantenknipsels. Duidelijk is dat het voor Overwijk bij drie zorgvuldig ingelijste Elfstedenkruisjes blijft. Hij kruipt richting de acht levenskruisjes en de jeugd heb je maar een keer. Dat geldt voor iedereen, dus ook voor hem. Toch overheerst trots over wat hij het heeft volbracht. Liefst drie keer. Van start tot finish. Wind noch valpartijen weerhielden Overwijk van uitstappen en opgeven. Sloten, Bolsward, Harlingen, Dokkum; geen stad in Friesland werd overgeslagen. “Ik ben een doorzetter”, bevestigt Ale. “Als ik ergens aan begin, maak ik het ook af. Op karakter. Ooit heb ik hem gereden met mijn tweelingbroer Wolter. Die stapte af in Dokkum. Hij kon niet meer. Het was op. De eerste tocht in 1985 was zwaar, vooral omdat je niet wist wat je te wachten stond. Alles was nieuw. Een jaar later ging het makkelijker, omdat het weer goed was en je wist wat eraan stond te komen. Qua omstandigheden was de laatste tocht die ik gereden erg ongemakkelijk. Er was veel wind en het ijs was niet best. Er stond overal water op de ijsvloer. De dooi was ingevallen. Ja, ik ben een paar keer gevallen, maar het was opkrabbelen en doorgaan.”
Mytische schaatstocht
Hetty was getuige gedurende de drie tochten en vertelt dat haar man in een van de ritten zelfs twee keer de finishlijn passeerde. “Hij genoot zo van het publiek en de aanmoedigingen, dat hij een eindje terugreed, om nog een keer over de meet te glijden. Ja, het was me d’r eentje vroeger. En maar zwaaien naar het publiek. Hij zat vol grappen.” Op de vraag of hij denkt dat de tocht ooit nog verreden wordt valt een stilte. Overwijk kijkt bedenkelijk. Hij denkt het niet, maar hoopt het wel. “Als het een paar dagen achtereen vriest, denk je er wel aan”, besluit hij, met pretlichtjes in de ogen.
Of de monstertocht ooit weer op de schaatskalender komt is maar zeer de vraag. De winters worden met het jaar sloffer en zachter. Opwarming van de aarde? Waarschijnlijk wel. Feit is wel dat dankzij het initiatief van Overwijk en de beeltenis van Paping inwoners en toeristen blijvend herinnerd worden aan de meest mythische schaatstocht uit de sportgeschiedenis. Dit jaar exact zestig geleden.


Tekst/Foto’s: Willem Lampe