Het amateurvoetbal ligt komend weekeinde op z’n gat. Er is geen competitieprogramma. De voetbalbond heeft de data van inactiviteit niet op de blind geprikt. Er zit een diepere gedachte achter. Carnaval! De voetballers van sportclub Lemele en FC Ommen zullen de schouders ophalen. Nou en? De bosrekels van Vilsteren hadden de data al met rood omrand. De KNVB almachtig? Haha, eventjes niet in het katholieke kerkdorp. Van zaterdag 18 tot en met dinsdag 21 februari wordt er niet achter de bal aangerend. De voetbalmuiltjes blijven in de kast, de bordeelsluipers komen uit de kast. Tijd voor jolijt, met een hapje en drankje. Alaaf! Koning Voetbal en burgemeester Hans Vroomen staan een paar dagen diep in de schaduw van Prins Langenkamp van de Vennenberg en pastoor André Monninkhof – welzeker, op de Dag des Heeren wordt tijd ingeruimd voor bezinning. Vilsteren, rustiek gelegen aan het lommerrijke binnenpad van Dalfsen naar Ommen. Kom geregeld in het dorp, om de lokale voetbaltrots te aanschouwen op het pittoreske sportcomplex de Molenesch. Altijd gezellig.
Maar gedurende het feest der zotten laat ik de (feest)neus niet zien in het idyllische molendorp. Niets te zoeken. Allereerste ben ik geen ingezetene van het lieflijke oord, maar bovenal onbekend met de rituelen en gebruiken van carnaval. Daar mist Vilsteren niks aan. Ga van het lachen niet dood. Trek geen volle zalen en heb toeter noch waterscooter. Onze kokosmat is niet opgevreten door een in de gang geparkeerd paard, heb geen ambitie een bloemetjesgordijn te willen zijn, hoef niet op zoek naar mijn feestneus, want die heb ik niet en zwem liever in een tropisch zwemparadijs dan in Bacardi lemon. Een biertje echter, sla ik niet snel af, tenzij op pad met de Peugeot. Ben me er van bewust dat het brouwsel van hop, mout en gist een sprankelende, maar verraderlijke dorstlesser is. Carnaval in Vilsteren. Alaaf! Trouwens…, heb ik mij ooit laten vertegenwoordigen door mijn dochter. In de jaren rond de eeuwwisseling. Dat gaf best wat bedenking. Gunde haar het vertier, maar het is en blijft toch pappa’s kleine meid.
Ooit een verpakt bundeltje dat mij door de vroedvrouw van dienst werd aangereikt. Mijn aandeel in de eeuwigheid moest niet ten prooi vallen aan ‘scherpe rekels’. Paniek om niks. Op tijd weer thuis. Met dolle verhalen en liters napret. Niks trammelant, hooguit wat domme streken. Een knaap had een bochtje gemist. Beroerde straatverlichting. Slag in het wiel. Een vrije val. Wat straateczeem. Fiets verkeerd gevouwen. Bleek toch geen vouwfiets. Ach, kleinigheidjes. In Vilsteren gebeuren geen rare of nare dingen. De mensen kennen elkaar. Passen op elkaar. Vieren feest met elkaar. Er is zelfs een optocht met versierde wagens. Waar een klein dorp groot in kan zijn. Dat kan daar nog. In Ommen niet meer. Verzekeringsrompslomp deed de bouwlust doven. Eerst de taptoe om zeep, nu de optocht. Einde traditie. Vilsteren laat zich niet kisten. Ik wens ze veel schik toe daar in dat molendorp, geheel naar de ultrakorte, maar krachtige boodschap van carnavalsvereniging de Piepenplassers: hou het gezellig! Alaaf!