OMMEN – Net als veel andere bedrijven heeft ook Kwalitaria Ommen last van de torenhoge energieprijzen. Niet alleen om hierop te besparen, maar zeker ook met het oog op duurzaamheid heeft eigenaresse Brigitte van Dijk zonnepanelen op het pand aan de Markt laten leggen. De klus werd gegund aan Installatietechniek Groen, een bedrijf uit de eigen omgeving.
Volgens Brigitte heeft zij bij nieuwbouw van de luxe cafetaria, in het voorjaar van 2020, al veel duurzaamheid- en energiebesparende maatregelen genomen. Een goed voorbeeld hiervan is de aanschaf van een energiebesparende bakwand. Daarnaast heeft Kwalitaria Ommen al het plastic in de ban gedaan. Verpakkingsmateriaal, inpakmateriaal en bestek zijn gemaakt van natuurproducten en kunnen via recycling opnieuw worden gebruikt.
Plasticvrij
“Op dit gebied blijven we verbeteren en doorontwikkelen met als uiteindelijke doel: honderd procent plasticvrij vóór 2024”, verduidelijkt Brigitte. “Onze ambitie is genieten een toekomst geven. Ook in de toekomst moet iedereen kunnen genieten van snacken, op fijne plekken en in een formule met een gezonde toekomst. Dat betekent dat we in 2030 willen laten zien hoe goed genieten kan, met minstens zestig procent minder CO2-uitstoot. Daarbij zetten we in op meer vegetarische opties, dierenwelzijn, minder verspilling en het verminderen van de impact van verpakkingen. De wereld verandert snel en wij vinden dat onze formule niet achter kan blijven. Gezond ondernemerschap is voor ons het aanbieden van een betere optie voor onze gasten, zodat we ook voor volgende generaties onze kwaliteit kunnen garanderen en goed genieten toekomst geven. We willen niet afwachten, we ondernemen liever actie. Want duurzaam is doen!” En na een kleine adempauze: “Voedselverspilling is één van de grootste problemen voor onze planeet. Wereldwijd wordt ongeveer een derde van al het voedsel verspild. Zonde. Sinds 2021 werkt Kwalitaria samen met De Verspillingsfabriek en maken we tomatenrelish van misvormde en te kleine tomaten die normaal gesproken worden weggegooid.”
Tekst: Willem Lampe