“Anders wordt het een verstandshuwelijk: een verbintenis, waarbij de echtelieden zich aan een touwtje binden en spartelen om los te komen. Nee, dit komt uit het hart. En daar zijn zowel Rob Lenferink als René Jansen (voorzitter) zeer content mee.
Eerst even wat over sponsoring in het algemeen. Het woord wordt vaak gebruikt voor alle vormen van het werven van gelden. Echter, door het sponsoren van een vereniging associeert een bedrijf zich met die vereniging, waardoor het imago van zowel vereniging als bedrijf een positieve lading kan krijgen. Bedrijf en vereniging moeten natuurlijk wel bij elkaar passen.
Lenferink BV is blij dat ze de plaatselijke voetbalclub kan en mag sponsoren. Harry Lenferink heeft zelfs nog voor de club gevoetbald. En ook Rob heeft in zijn jeugd nog een balletje getikt maar of dat nou een succes was? Aanvankelijk hield de sponsoring een reclamebord en een stel shirtjes in. Allengs breidde het zich uit en ontstond er een hechte band tussen bedrijf en vereniging.
Toch heeft Lenferink gemeend zich nooit te moeten bemoeien met het spel van het eerste. Je moet doen waar je goed in bent en daar hoort voor de sponsor, voetballen niet bij. Ze staan niet met de neus vooraan en hangen ook niet aan de grote klok dat ze sponsor zijn. Nee, ze willen betrokkenheid tonen en boven dat, dragen ze de vereniging een warm hart toe. Dat deze samenwerking nu al 25 jaar duurt tussen vereniging en hoofdsponsor is een bijzondere prestatie die niet veel voor komt in het amateurvoetbal.
De vv. Lemelerveld wil heel graag verder met Lenferink. De club heeft een gezonde ambitie en vindt bij Lenferink altijd een luisterend oor. Alle plannen zijn in principe bespreekbaar en, naar het blijkt, zijn de onderlinge lijntjes kort. De voetbalvereniging zelf heeft ook een prima imago: veel vrijwilligers, veel commissies draaien soepel en de accommodatie ziet er keurig verzorgd uit. Met zo’n club wil je je wel identificeren! En wat goed is moet je zo laten.
Lenferink BV en de vv. Lemelerveld tonen zich wederzijds erkentelijk voor de samenwerking in de afgelopen jaren. Beide willen op de ingeslagen weg graag doorgaan. Niet tegen wil en dank, maar vanuit goodwill en gemeenschapszin: elkaar vasthouden en versterken.
Een bestendige club en een bestendig bedrijf: een wederzijds uithangbord, beide in voor vernieuwing. Op naar goud!”