Een vegaburger, groenteballetjes, tofuschnitzel, het zijn namen voor producten die geen vlees bevatten, die volgens de producent vlees vervangen. Op de Biobeurs spraken we daar een groothandelaar over. Waarom zijn producten de vorm van vlees hadden. Schnitzels, worsten, alles leek op vlees. Ze hadden zelfs een kaas aan hun assortiment toegevoegd. Nou ja, kaas… het leek op kaas, maar het was iets anders. Dat was melkvervanger, voor veganisten.
De groothandelaar: “mensen zijn sneller geneigd hun stukje vlees achterwege te laten als de vervanger gewoon lijkt op dat missende stukje op je bord. Het liefst moet de vleesvervanger ook nog naar vlees smaken.”
Wij kijken daar anders tegenaan. Met overigens wel hetzelfde eindresultaat. Wij vinden dat vlees niet het begin van denken is. Gezond eten is het begin! Het is dan helemaal niet logisch vlees als een vast ingrediënt van de maaltijd te beschouwen. Dan hoef je dat dus ook niet vervangen.
En marketingtechnisch vinden we ‘vleesvervanger’ ook niet slim. Ga uit van je eigen kracht! Kom met lekkere vegetarische recepten, heb het helemaal niet over vlees. Maak vegetariërs de krachtig gezonde mens. En leg uit hoeveel landbouwgrond je kwijt bent om al die dieren te voeden, die ook nog eens alleen maar leven om opgegeten te worden.
We geven daarom de vleeseters die vinden dat vleesvervangers geen vleesvervanger mogen heten groot gelijk. Om het roer echt om te gooien, moet je voortaan niet meer vragen of er ook mensen zijn die geen vlees eten, maar “zijn er nog mensen die vlees eten?”