Door Gerlant Zielman
We komen in contact met hen als Ria reageert naar aanleiding van andere artikelen in dit dossier en mij uitnodigt om eens een keer aan te schuiven aan de keukentafel tijdens de lunch bij hun thuis om eens van gedachten te wisselen.
Als ik me meld op een gure januaridag en een plekje zoek achter de tafel, vertelt Ria onder het tafeldekken dat ze het best wel een ding vindt om zo naar buiten te treden, maar ze er ook van overtuigd is dat het moet. De landbouwsector heeft te lang met gesloten deuren geproduceerd en de kloof tussen consument en producent is zo groot geworden, dat de meeste mensen geen idee meer hebben hoe het er op een boerenerf aan toegaat en hoe hun voedsel wordt geproduceerd.
Als Wim aanschuift en we over koetjes en kalfjes praten, vertelt hij dat hij geen gemiddelde boer is. Hij is drie jaar geleden bij een reorganisatie van defensie met een goede regeling vertrokken en daar leven ze van. Naast de boerderij had hij een baan en nu is hij teru gegaan van 100 uur in de week werken naar 50 a 60 uur. Ze hebben 6 jaar geleden een nieuwe varkensstal gebouwd die aan de laatste welzijns- en milieueisen voldoet. De directe reden daartoe was aangescherpte regelgeving, waarbij de uitstoot verlaagd en oppervlakte per varken vergroot moest worden. In de oude stallen was de uitstoot niet te verlagen, dus zijn ze gesloopt om plaats te maken voor een stal met luchtwasser. Er is wel uitgebreid in aantal varkens, maar de uitstoot van ammoniak is dankzij de luchtwasser gelijk gebleven. De uitbreiding in dieren was noodzakelijk om nieuw te kunnen bouwen, bouwen voor bijv. maar 150 varkens is omgerekend naar kosten per dierplaats drie keer zo hoog. Naast deze varkenstak doen ze akkerbouw op 20 hectare met onder andere maïs en aardappelen.
Een unieke situatie. ‘Een boer die ’s morgens wakker wordt en zijn kostje is al gekocht’. Ja, beaamt Wim. “Een bevoorrechte situatie. Als ik in Salland om me heen kijk, zie ik collega’s die onder water staan. Dag en nacht werken om hun bedrijf staande te houden maar eigenlijk geen droog brood verdienen. Als hun partner geen baan buiten de deur heeft en zo geld binnen brengt voor het huishouden, zouden ze niet kunnen overleven. Veel van hen zouden ook wel willen stoppen, maar kunnen dit simpelweg niet zonder financieel ten onder te gaan”.
Eigenlijk zijn alle boeren dus tegenwoordig hobbyboeren?
“Zo zou je het kunnen stellen. Iemand die zoveel uren werkt, grote risico’s heeft met gewassen en levende have en er niets aan overhoudt, moet wel passie voor zijn werk hebben om het vol te houden. De consument is zich niet bewust hoe goedkoop en veilig hun voedsel wordt geproduceerd en welke offers daarvoor worden gebracht. Daar moet de sector mee aan de slag en niet met het steeds maar meer en meer en steeds goedkoper produceren.”
De mening van Jan Overesch konden ze zich ook voor een heel groot deel in vinden. “Vraag en aanbod moeten op elkaar afgestemd mogen worden, afspraken hierover zijn nu nog niet toegestaan door de NMA. Zie het probleem met de melk na afschaffing quotum. De NMA beschermt alleen de belangen van de consument, niet van primaire voedselproducerende bedrijven. En iedereen maar roepen dat de boer recht heeft op een eerlijke prijs!
De prijs van biologisch varkensvlees is momenteel erg hoog. Dit komt alleen doordat de productie begrensd is, er staan tientallen boeren op de wachtlijst om te mogen leveren. Hetzelfde geldt voor de meeste concepten. De goedbedoelde uitlatingen van diverse instanties dat we meer onder concepten moeten produceren en geen bulk klinkt leuk, maar geen boer die tijd heeft om dit zelf te ontwikkelen en te promoten.
Het is zeer frustrerend dat veel mensen en organisaties menen te weten wat er veranderd moet worden bij de boer. Ze zien vaak niet in dat de boer aan handen en voeten gebonden is door allerlei regels, dat veel gewenste of zelfs geëiste maatregelen de boer geld kosten zonder dat er meeropbrengsten tegenover staan. Af en toe zijn er duidelijke voorbeelden dat wetenschappelijke argumenten van tafel geveegd worden om emotionele argumenten waar je je vraagtekens bij mag zetten. Dan de mestverwerking die maar niet van de grond komt. Overheid stelt allerlei eisen dat die er moet komen, maar meewerkende houding om vergunningen te verlenen is er niet.
Dan de samenleving die een ouderwetsbeeld heeft van o.a. de varkenshouderij /agrarische sector. Het is heel goed dat de Nederlandse Varkens Vakbond een factsheet heeft uitgebracht die de samenleving informeert en bij veranderingen wordt deze up-to-date gehouden. Andere agrarische sectoren zouden dat ook kunnen doen want heel veel is anders dan wat mensen denken of zich laten vertellen door actiegroepen.
Goedkoper en meer is namelijk geen antwoord op minder inkomen. Een stukje kwaliteit verkopen en begrip kweken bij de consument. We hebben het zelf gezien hier met de aardappel verkoop aan huis, op een gegeven moment hadden we een grote oogst en om de afzet mogelijk te vergroten hebben we toen de prijs verlaagd. Dat hielp niks voor meer omzet, werkte eerder tegen. De consument die op de hoogte is van de situatie is bereid een betere prijs voor ons product te betalen. Als we nu een keer een partij over hebben bellen we de voedselbank, we maken niet weer onze eigen markt kapot.”
Hebben jullie opvolging?
“De kinderen hebben allemaal groene vingers, willen werken. Als het nodig is springen ze ook bij. De mentaliteit zit er in, maar tot nu toe is er geen concreet plan dat het bedrijf wordt overgenomen.”
Dus na jullie stopt het hier? Dan blijven er dus nog maar twee boeren bedrijven over aan de Heetenerdijk in de toekomst en refereer ik even aan de uitspraken van Bennie Grolleman die zich herinnerde dat toen hij dertig jaar geleden begon er negen bedrijven waren aan die weg en nu nog maar drie?
“Die kans is er, maar zover is het voorlopig nog niet. De liefde voor het vak/ de hobby is nog te groot en wij kunnen nog jaren verder dank zij het riante pensioen van defensie maar de zorgen om de collega’s in financiële nood zijn groot.”