Het verhaal van Gerrit Zielman door Gerlant Zielman geeft veel herkenning. De voortdurend terugkomende vragen, nu ook weer: ‘Waar gaat het heen met de boeren?’. ‘Is het produceren voor de ‘bulk’markt het einde van de boer en wordt ie werknemer?’, ‘Bestaan er straks alleen nog boeren in de niche-markt?’
Hieronder het verhaal van Irma en Hans:
In 2009 zagen we aankomen in Nederland dat na het melkquotum door de enorme opschaling die toen al ingezet werd er een (langjarige) daling van de melkprijs zou plaatsvinden. Want niet alleen Nederland was bezig met opschalen, maar ook Ierland en Duitsland, maar vooral Oost-Europa met ongekende mogelijkheden wat nog komt. Of deze visie bewaarheid werd of niet wilden we niet afwachten in Nederland, maar onze bakens verzetten naar een land waar de grondprijs lager is en er sprake zou zijn van een meer gemengd bedrijf (akkerbouw erbij), zodat we risico’s konden spreiden. We hebben ons melkveebedrijf met 70 MRIJ-melkkoeien na 30 jaar melken in Nederland, verplaatst naar Frankrijk.
Tot 2015 waren we in Frankrijk nog redelijk vrije melkboeren. Toen de verplichte contractualisering van kracht werd in 2015 hebben we (met een gevoel van groot verlies) onze melktak beëindigd, niet omdat er geen droog brood mee te verdienen zou zijn voor ons (kostprijs van €0.21) maar omdat we onze vrijheid zouden kwijtraken. We wilden niet een meerjarige verplichting hebben om een vast quotum zonder prijsgarantie te leveren, waardoor geen sturing meer mogelijk zou zijn in mindere of betere melkprijstijden van de ene naar de andere tak. Bij teveel of te weinig melk leveren een boete krijgen.
We hadden een economisch goed renderende melktak omdat we min of meer vrij waren in onze bedrijfsvoering, weinig mechanisatie en vreemde arbeid hadden, maar met heel veel eigen inzet.
We produceerden voor een particuliere melkfabriek die deze melk tot hoogwaardige producten verwerkt met afzet naar betaalkrachtige markten. Ondanks dit gegeven krijgen de huidige melkveehouders nu een bulk melkprijs uitbetaald vanwege een overvolle markt en zijn ze gebonden aan een contract wat de melkfabriek verzekerd van een constante aanvoer die ze binnen de contractvoorwaarden ook nog eenzijdig kunnen bijsturen en waarop de PO (producentenorganisaties) weinig of geen inbreng heeft (gehad).
We zijn triest dat we de melktak hebben beëindigd, maar onder bovengenoemde condities melk leveren is voor ons geen optie. We zijn ook geen zelfzuivelende producenten voor de niche-markt, dat vraagt een andere expertise en opnieuw een investering.
We zijn met onze dubbeldoelkoeien verder gegaan als zoogkoeien en hebben onze akkerbouwtak uitgebreid. Hopelijk valt hier nog enige tijd wat te verdienen met onze “bulk”, die niet te min het woord, van uitstekende kwaliteit is.
We hebben geen illusies dat we als “vrije” boer de wereld moeten en gaan voeden. Daarvoor zijn de marges te klein in een overschotmarkt met te weinig betaalkrachtige afzetmarkten. We laten ons niet vastzetten en wellicht resulteert dit in het feit dat ons boerenbedrijf na ons ophoudt te bestaan.
Zolang er interventie is van melkpoeder, komt er geen afzet naar minder kapitaalkrachtige afzetmarkten (gaan we niet de wereld voeden vanuit hier) en is er ook al, vanwege de EU-subsidies, geen sprake van vrije wereldhandel en marktwerking. Zolang dit het gegeven is, is er altijd sprake van valse concurrentie voor de boer die voor de bulk produceert. Dit staat nog los van een gelijk speelveld, waarbij het ene land meer (opeenstapelende) regelgeving heeft dan het andere land.
Een oplossing om de boerenstand wel in Nederland te behouden, zou volgens mij zijn dat een regering haar eisen voor voedselveiligheid en dierwelzijn niet slechts bij de boer zou neerleggen, maar bij de supers in het schap. Dan zou er sprake zijn van eerlijke concurrentie voor deze hoogwaardige producten en kunnen ze met recht deze eisen ook aan de producent stellen. Zo zou die hogere kostprijs terug te verdienen zijn.
Als op grote schaal boeren gaan verdwijnen met het huidige beleid, dan zal dit ook gevolgen hebben voor het agrarisch cultuurlandschap en leefbaarheid van het platteland.
Waar boerden jullie in Nederland?
Wij woonden in Wijhe op de Elshof. Mijn man is in 1980 begonnen zelfstandig te boeren op het bedrijf van zijn vader en ooms. Een jaar later is zijn broer erbij in gekomen en tot 2009 hebben zij daar samen geboerd. In 2009 is deze samenwerking beëindigd en zijn mijn man Hans en ik met onze zoon van toen 6 naar Frankrijk vertrokken.
In Nederland hadden we 70 melkkoeien plus jongvee, MRIJ’s en 45 hectare land. Hier in Frankrijk hadden we tot 1-1-215 70 melkkoeien plus jongvee en 70 hectare land. Vanaf 1-1-2015 hebben we 90 zoogkoeien en willen we naar zo’n 50 teruggaan in de loop der tijd, maar zijn nog wat zoekende hierin en hebben we momenteel 90 hectare land, waarvan 60 hectare cultuurgewassen.
Je zwager boert nog op de Elshof?
Mijn zwager, de broer van Hans boert niet meer op de boerderij, hij woont er nog en heeft zijn land verhuurt.
(Stomme) eerlijke vraag, jullie zijn weg gegaan om te melken. Hebben nu 90 stuks vleesvee, gaan terug naar 50 en doen akkerbouw. Hadden jullie dit in Nederland met de kennis van nu ook niet gekund?
Onze grond op de hagenvoorde was niet echt geschikt voor akkerbouw en de grondprijs is daar te duur voor. Hier kost een hectare €6000,-.,(kom je niet makkelijk aan als je wilt uitbreiden, maar gelukkig hebben we nu al aardig land). Overigens heeft Frankrijk zo wie zo zijn voordelen zijn we achter gekomen. Het heeft een boervriendelijker klimaat. In Nederland voelden we ons steeds meer in het nauw gedreven qua regelgeving en manier van boerenleven. Met onze MRIJ’s, een sobere dubbeldoelkoe, vielen we in Nederland aardig uit de toon. We voelden geen aansluiting meer, qua boerenlevenswijze. We verwachten in 2009 al dat de groeiers niet de voorgespiegelde voordelen van opschalen konden verzilveren. Alleen maar minder vrij zouden worden in de bedrijfsvoering door torenhoge financiering, waardoor stoppen geen optie meer zou zijn en daardoor kleinere boeren meegezogen zouden worden in de neerwaartse spiraal van teveel melk tegen een te lage prijs. Dit scenario lijkt te zijn uitgekomen.
We zouden nog terug kunnen naar Nederland, de boerderij is er immers nog, maar we willen niet meer. Zoals wij nu boeren past beter in Frankrijk. Daarnaast is het Franse schoolsysteem een verademing voor onze zoon. In Nederland had ie een “rugzakje”, hier doet ie gewoon mee. Geen stomme vraag trouwens, ik heb hem Hans ook gesteld afgelopen week. Maar het blijft de kennis achteraf, we hadden nooit kunnen vermoeden dat Frankrijk na het melkquotum tijdperk met verplichte (wurg)contracten zou gaan werken (bij de particulier fabrieken, zo’n 70% van de Franse melkplas). Ook dat de PO’s, producentenorganisaties, geen serieuze vinger in de pap zouden krijgen. Dat was ontgoochelend, maar we vinden dat we nu in onze huidige situatie beter af zijn hier.