Was het zelfmoord? Was het een aanslag? Was het een dom ongeluk? We zullen het niet weten, want het slachtoffer kan het niet meer navertellen. We houden het maar op een ongeluk en een ongeluk zit in een klein hoekje, dat weten we allemaal.
Ik viel eens van een trap en brak mijn pink en ringvinger. Met een mitella om naar het werk, lekker handig.
Ik viel eens met mijn bromfiets en hield daar een enorme blauwe plek aan over, geen gezicht.
Ik struikelde over een afstapje en moest daarna zo hard lachen, dat bezorgde mensen niet wisten wat te doen.
Ik liep met mijn wijde jas te dicht langs een tafel in een restaurant en randde met met mijn jas het servies met voedsel erop aan.
Ik stapte eens in een scherf en kreeg deze niet uit mijn voet met alle gevolgen van dien.
Ik had de domme pech, dat een mug in mijn oor vloog, oorpijn was het gevolg. Ik zal van deze mug geen olifant maken.
Ik kan zo nog wel even doorgaan.
Maar mijn nek breken in een kannetje wijn, dat zal me niet gaan lukken. Dat kunnen maar weinigen.
Johanna van den Berg
Uit het leven van een pensionado