Sjaak Bruggeman: “Al meer dan 20 jaar kom ik op het vogelvriendelijk ingerichte boerenerf om de torenvalkkast te controleren. Vandaag ook weer. Ik loop door de muizenrijke houtsingel naar de torenvalkkast met uitzicht over de graslandpercelen.
De vijf eieren zullen nu wel uitgekomen zijn. Wanneer ik bijna bij de kastopening ben, vliegt het vrouwtje af. Er is een kluitje pas geboren jongen en een nog niet uitgekomen ei te zien. Ik weet genoeg en maak aanstalten om snel weer naar beneden te gaan.
Nog één keer kijk ik naar het ei en dan zie ik er iets vreemds aan. Het ei is anders, iets langwerpiger en heeft een afwijkende witte rand rondom. Zo te zien is er een extra eischaal overheen geschoven. Egg-capping! Dat is het verschijnsel waarbij een niet uitgekomen ei wordt overkapt door een eischaal van een uitgekomen ei.
De stompe kant van een ei waaruit eerder een kuiken uit is gekomen, is precies over de stompe kant van het nog niet uitgekomen ei geschoven. Daar is het met een restje opgedroogd struif aan vastgekoekt. Er is geen uitbreekgat te zien en het piepende ongeboren jong zit gevangen onder de dubbele eischaal.
Ik beslis om het te helpen en pulk voorzichtig de overkapte eischaal eraf. Nu is een gaatje van 2 á 3 mm te zien. Snel leg ik het piepende ongeboren jong weer op dezelfde plaats terug. Zal ie nog genoeg energie hebben om zich helemaal los te beitelen? Over drie weken tijdens het ringen weten we meer…”