de erfgenaam van t groene woud hoofdstuk 9

Tenslotte sprak hij kort over zijn zoon Fredo. ‘Wees op je hoede voor hem, want hij is een geduchte tegenstander, en een slechte verliezer.’ Zijn stem klonk bitter, en ik begreep wat Ronaldo bedoelde. ‘Fredo is nooit gemakkelijk geweest, en achteraf besef ik dat hij veel heeft geleden onder de afwijzing door zijn grootouders. Hij voelde dit als onrecht want uiteindelijk had hij zijn grootouders nooit iets misdaan.

Behalve dan geboren worden uit ons huwelijk. Onze dochter Suzanne heeft zich daar nooit meer beziggehouden. Zij heeft meer dan genoeg aan haar eigen zorgen, want zij is sinds enkele jaren ernstig ziek, en zij was allang blij dat ze sieraden en spullen van haar moeder erfde’, voegde de oude man er droevig aan toe. In zijn donkere ogen glinsterden tranen.

Diep in mijn binnenste kon ik de frustratie van Fredo heel goed begrijpen. Uiteindelijk zag hij wel de erfenis van zijn oom en mijn vader aan zijn neus voorbijgaan, en ik vond dat hij net zo veel recht op de erfenis had als ik. Ronaldo leek mijn gedachten te raden. ‘Je hoeft echt geen medelijden met Fredo te hebben. Na mijn pensionering heeft hij Wokkie’ s Palace overgenomen en hij is in een gespreid bedje terecht gekomen. En ik moet echt zeggen dat hij er hard voor werkt, en goede ideeën heeft. Qua zakeninstinct lijkt hij zowel op mij als op zijn opa Oscar. Ik heb twee kinderen, maar ze verschillen als dag en nacht’, merkte Ronaldo op.

Een half uur later vertrok ik bij Ronaldo en ik beloofde hem om contact te houden. Met de warme woorden ‘De deur staat altijd open voor je en bent van harte welkom”, liet de oude man mij uit. Ik was heel blij met deze bijzondere ‘oom’, die mij zo hartelijk had ontvangen.

Ondanks zijn wangedrag bij de notaris en zijn pogingen om de erfenis aan te vechten, had ik behoefte om contact met Fredo Calone op te nemen. Ik hoopte dat hij desondanks bij zou draaien en bereid was om mij te ontmoeten. De volgende dag schreef ik hem een uitgebreide brief, waarin ik hem uitnodigde voor een ontmoeting. ‘Op het testament van jouw oom Jean-Pierre de la Ney heb ik geen enkele invloed gehad. Ik kende hem te kort om een band met hem op te bouwen. Daarom hoop ik dat wij met elkaar tot overeenstemming kunnen komen wat betreft de erfenis en de strijdbijl kunnen begraven’, schreef ik hem.

Eigenlijk verwachtte ik geen reactie op mijn brief. Met Ronaldo onderhield ik regelmatig contact, en wij werden goede vrienden.

De komende weken waren heel druk, en samen met Norbert besprak en regelde ik de zaken met betrekking tot ’t Groene Woud. Ik maakte kennis met de andere personeelsleden, waaronder de zwijgzame tuinman Freek en de praatzieke huishoudster Aaltje, die van alle nieuwtjes op de hoogte was. Norbert noemde haar gekscherend Aaltje kwebbel.

De opgewekte vrouw vertelde mij veel over de familie de la Ney, en zij herinnerde zich mijn moeder nog goed.

‘Zij had een tijdje verkering met Jean-Pierre, maar die vrijerij duurde niet lang. Zijn ouders waren er fel op tegen. Om eerlijk te zijn was hij veel beter af geweest met uw moeder dan met die nuf waarmee hij later trouwde. Maar ja, zijn ouders vonden alleen een adellijke titel belangrijk’, vertelde Aaltje tijdens het koffiedrinken. Tuinman Freek luisterde zwijgend, en hij zei niet veel meer dan ‘ja’ en ‘nee’ .

‘Het is maar goed dat Freek zo rustig is, want twee van die kletskousen is wel een beetje te veel van het goede’, merkte Norbert droogjes op. En toen werd ik ineens gebeld door Fredo Calone. Hij wilde mij ontmoeten en hij had een opmerkelijk zakelijk voorstel.

Wordt vervolgd

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.