Hoofdstuk 11: Robert
Tony had heel slecht nieuws over onze broer Robert. “Hij is gisteravond aangereden, en hij ligt in het ziekenhuis. Hij is buiten kennis, en zijn toestand is zeer zorgelijk”, vertelde Tony mij. Hoewel ik geen contact had met Robert, schokte dit nieuws mij enorm. Vervolgens belde ik Ma, die ook enorm schrok, en samen reden wij naar het ziekenhuis waar Robert lag.
Robert lag op IC en van zijn dochter Magda hoorden wij dat zijn toestand zeer kritiek was. “De komende dagen moeten wij afwachten, en meer kunnen wij niet doen”, vertelde zij ons. Robert was buiten kennis en ik herkende hem amper. Hij zag er breekbaar uit en herinnerde nauwelijks meer aan de zelfbewuste man van voorheen.
Magda was duidelijk verrast om ons te zien. Logisch, want ik kende Roberts kinderen amper. Magda vertelde ons dat Robert was aangereden door een dronken automobilist toen hij de hond uitliet. “En die lamstraal had natuurlijk geen schrammetje”, merkte ze bitter op.
Magda, Ma en ik dronken later samen koffie en Magda vertelde ons het een en ander over Robert. “Pa is al vier jaar werkloos. Het bedrijf ging failliet en het lukte hem niet om een andere baan te vinden. En daar heeft hij een enorme knauw van gekregen, ook al houdt hij zich groot.”
Totaal perplex staarde ik Magda aan. Dit was wel het laatste wat ik verwachtte te horen over mijn ‘succesvolle’ broer Robert. Hij had een hele goede baan als teamleider bij een groot callcenter, en hij was maatschappelijk geslaagd. Maar Roberts leven was in werkelijkheid allesbehalve succesvol.
“En tot overmaat van ramp zijn onze ouders ook nog gescheiden. Ma werd verliefd op een andere vent en liet Pa zitten. En toen moest het huis worden verkocht, en Pa bleef zitten met een grote hypotheekschuld”, vertelde Magda verder. Het leek wel alsof de geschiedenis zich herhaalde, want Magda vertelde dat zij met haar enige broer Timo geen enkel contact had. En dat had wel zo zijn oorzaken. Timo had geestelijke problemen, was verslaafd en had een hele slechte relatie met zijn ouders.
“Waar hij zit, ik weet het echt niet. Dan woont hij hier en dan weer daar, maar meestal zwerft hij op straat. Die drugs hebben wel zoveel kapot gemaakt bij hem”, verzuchtte Magda. Timo kende ik helemaal niet, en ik vond het heel erg te horen dat hij zulke ernstige problemen had. Magda was duidelijk blij om ons te zien, en vertelde verder dat zij sinds korte tijd ook contact had met Tony.
“Ik heb een oma, een oom en een tante, maar ik ken jullie amper. Pa wilde weinig weten van zijn familie. En waarom en waardoor? Ik weet het echt niet. Pa was hierover altijd zeer gesloten, en bovendien ging zijn carrière boven alles. Daar moest alles voor wijken! Maar je ziet het wat het hem heeft gebracht! Een hoop ellende!”, vertelde Magda verder.
In haar donkere ogen glinsterden tranen. Ma sloeg spontaan haar arm om Magda’s schouder. “En nu zijn wij er voor jullie, en wij zullen jullie steunen. Daarvoor zijn wij familie”, zei Ma, en zij gaf Magda een zoen. Een machteloos gevoel van zinloosheid bekroop mij.
Bleef onze familie werkelijk niets bespaard? Hoewel ik geen goede band had met mijn broer Robert, was ik verdrietig over wat hem was overkomen. Ik kon alleen hopen en bidden dat Robert zou blijven leven. Met Magda onderhielden wij intensief contact, en zij hield ons op de hoogte van Robert’ s toestand. Tegen alle verwachtingen in week het levensgevaar spoedig, en kwam Robert bij bewustzijn. Tot mijn grote verrassing vertelde Magda mij dat Robert vroeg naar Ma, Tony en mij. “Hij wil jullie heel graag zien.”
Wordt vervolgd.