Tot mijn verbazing las ik dat minister Plasterk weer iets nieuws verzonnen heeft. Landbouwgeld moet naar stedelijke ontwikkeling, want vanuit het stedelijke gebied komt veel innovatie. Waarschijnlijk wil hij zich voor zijn PvdA kiezers profileren en begint hij uitspraken te doen die vooral, de electorale stedelingen wenselijk vinden.
Ik had juist van een wetenschapper verwacht dat hij ook naar de geschiedenis zou kijken. In de afgelopen 71 jaar heeft zich namelijk een jaar heel uitdrukkelijk gemanifesteerd als periode dat landbouwgeld naar de stad ging. Dat was het jaar 1944. De Hongerwinter was voor stedelingen een drama. Maar naast veel landbouwgeld is er ook heel veel sociaal leed door boeren opgevangen. Persoonlijk werd ik er, door verhalen van mijn “Opa Brits” mee geconfronteerd. Onderduikers uit Rotterdam kwamen (voor niets) voedsel halen of verbleven meerdere dagen op de boerderij. Een jaar later werden ze in Rotterdam uitgenodigd om op bezoek te komen. En jawel ze mochten na afloop van het bezoek meebetalen. Iets wat de nieuwe stedelingen waarschijnlijk niet verweten mag worden, maar het heeft mij wel aan het denken gezet.
Wij mogen als landbouw best voor ons zelf opkomen. Het is te zot voor woorden dat het ons de afgelopen 70 jaar niet gelukt is goede stabiele verdienmodellen in de voedselvoorziening en voedselveiligheid te vinden.
Landelijk mag Plasterk zich laten gelden. In onze gemeente Deventer kan de PvdA het ook. Een focus op de prachtige binnenstad waar heel veel gemeentelijk geld naar toe gaat. Een nieuw stadhuis, nieuw stationsplein, cultureel centrum en heel veel geld voor sociale ondersteuning. Het lijkt allemaal mooi, maar tijden veranderen. Crisis en bezuinigingen zijn ook op gemeentelijke schaal aan de orde. Het saamhorigheidsgevoel van het platteland zou ook in de stad prima kunnen functioneren. Samen speeltuinen onderhouden, samen de buurthuizen vrijwillig bemannen en samen verenigingen en activiteiten organiseren zonder professionele (lees financiële) ondersteuning.
Vlak voordat mijn “Opa Brits” stierf, heeft hij ook verhalen verteld dat er na de oorlog onderduikers en voedselhalers bij hem op bezoek kwamen. Zij hielpen op het land en wilden graag wat voor hem terug doen. Dat geeft mij ook weer moed. Nu denk ik net als mijn “Opa Brits” het komt vast wel goed want ook stedelingen zullen inzien dat onze voedselvoorziening een basisvoorziening is en saamhorigheid een gemeengoed.
Dus Ronald Plasterk kom met je lokale “stedelijke” PvdA‘ers naar “de Landbouw” en wij zullen je overtuigen dat ook landbouwgeld zeer innovatief en zeker welbesteed wordt om een sociaal en goed Nederland op te bouwen.
Goed gaon…..
Erik Stegink.
Een boer uut Bathmen
Raadslid Gemeentebelang Deventer