van een vader en een zoon hoofdstuk 22

Zoals ik beloofd had aan Bernhard M. bezocht ik zijn zoon Luke, die thuis woonde en verzorgd werd door zijn moeder, familie en bekenden. Luke had blijvend letsel door de mishandeling door Frank. Hij was eenzijdig doof en eenzijdig verlamd waardoor hij moeilijk liep, en hij moest dagelijks revalideren. Gewoon werken en sporten zat er niet meer in voor Luke.

Ik ontmoette een bijzonder sympathieke jongeman, die mij hartelijk begroette. De uiterlijke gelijkenis met zijn vader Bernhard was treffend. Vader en zoon hadden dezelfde felblauwe ogen, lichtbruine haar en gedrongen lichaamsbouw. Zijn moeder Rietje verwelkomde mij hartelijk met koffie en eigengebakken appeltaart. ´De allerbeste van Overijssel´, merkte Luke likkebaardend op.

Het gesprek kwam spoedig op zijn omgang met Frank, en de uit de hand gelopen ruzie. ´Man, ik was totaal verblind door al die bling bling en grote wagens van hem. Frank had altijd genoeg geld, en dat wilde ik ook. En toen ging ik hele verkeerde dingen doen. Hoe stom kun je dan zijn, en mijn ouwelui hebben weinig lol van mij gehad. En toen nog die gokverslaving, en de vele schulden die ik daardoor had aan Frank. En daarover kregen wij die bewuste avond knallende ruzie, met alle gevolgen van dien’, vertelde Luke openhartig. ‘Maar gelukkig, je bent er nog, en dat is ons alles waard. Het had ook heel anders af kunnen lopen. Maar wat geweest is, is geweest en daar praten wij liever niet meer over’, merkte zijn moeder Rietje op. Ik hoorde de lichte irritatie in haar stem, en al snel spraken wij over andere zaken. Ik vertelde over mijn vader Sjoerd, en hoe ik hem na al die jaren gevonden had. Het verhaal ontroerde Rietje zichtbaar, want ik zag tranen in haar ogen glinsteren. ‘Er gebeuren dus nog steeds wonderen, dat zie je maar weer.

Je vader kan trots op je zijn’, reageerde Rietje aangedaan. ‘En u en uw man kunnen heel trots zijn op uw zoon. Ik vind het een groot wonder zoals hij nu is’, antwoordde ik. Na een uurtje nam ik afscheid van Luke en zijn moeder Rietje, en ik keek terug op een bijzondere ontmoeting met twee bijzondere mensen.

Enkele dagen later kreeg ik schokkend nieuws over Frank. Hij was in de nacht overleden, en de doodsoorzaak was nog onduidelijk. ‘Een onnatuurlijke doodsoorzaak wordt niet uitgesloten, en de recherche stelt een onderzoek in’, meldde de arts van het verzorgingshuis waar Frank verbleef.

Eigenlijk interesseerde dit mij niet echt. Frank was er niet meer. Een intens gevoel van leegte bekroop mij. Hoewel ik weinig meer ophad met Frank, was hij wel mijn broer. Van mijn andere (half)broer Ralph hoorde ik taal noch teken, en wij vonden het niet de moeite om hem op de hoogte te stellen. Mijn vader Sjoerd en tante Ada leefden intens met mij mee, en hun betrokkenheid en hartelijkheid deed mij enorm goed.

Tijdens een korte en sobere plechtigheid werd Frank gecremeerd. Zijn nalatenschap bestond uit torenhoge schulden. Oma van Gelderen, tante Ada en ik waren de enige bezoekers bij de uitvaart van Frank alias De Farao. In de pers en op social media werd volop gespeculeerd over de doodsoorzaak. En nog steeds kwamen er bizarre verhalen over Frank alias De Faro naar buiten. Frank had geen vrienden, alleen meelopers en vooral vele vijanden.

Hoe kon Frank zo ontsporen? Van jongs af aan was het helemaal verkeerd gegaan met Frank, en tegen wil en dank deed mij dat veel meer dan ik verwacht had. Frank was wel mijn broer. Het duurde niet lang voordat wij bericht kregen over de doodsoorzaak van Frank. Hij bleek te zijn gewurgd, en de dader was onbekend.

Wordt vervolgd….

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.