Om te beginnen kost het slechte voorjaar de boeren een flinke dosis hooi. “Het is dit jaar erg lang koud gebleven en daardoor zijn de gewassen allemaal een stuk achter in groei,” vertelt Westrik. “De eerste snede gras is dit jaar veertien dagen tot een maand later geoogst. De tweede snede is geoogst onder prachtige omstandigheden , droog en warm, maar de grond is inmiddels zo uitgedroogd dat de hergroei bijna stil ligt. Al met al zullen we dit jaar zeker wel een ronde missen om te maaien.”
Ook de maïs bleef door het buitengewoon koude voorjaar aanvankelijk ver achter. “Door de hoge temperaturen van de laatste weken heeft het zich wel behoorlijk hersteld. Je zag de maïs als het ware groeien. Het is van oorsprong een tropisch gewas, dat blijkt maar weer.” Toch staat de maïs nog niet zo hoog als normaal rond deze tijd. “En juist in deze tijd nu de kolven moeten gaan groeien, heeft ze veel water nodig. Dat is er niet want op diverse percelen zie je de bladeren al opkrullen als gevolg van de droogte. Wanneer de droogte doorzet zal dit dus best nog meer nadelige gevolgen hebben voor de opbrengst.”
Volgens Martin Nijkamp, eveneens van LTO Noord afdeling Ommen, is er nog geen reden tot grote zorgen. “De akkerbouwgewassen hebben dit jaar een achterstand door het koude voorjaar maar als de zomer en herfst goed zijn kan er nog veel gecompenseerd worden. Regen is nu wel heel welkom en als er de komende dagen een aardige hoeveelheid valt, kan de schade meevallen. Als het droog blijft, kan het schadelijk zijn voor de aardeappelen, de bieten en de maïs. Maar extreem is het nog niet en de herfst ik ook belangrijk voor de akkerbouwers in verband met de oogst.”
Westrik is blij dat er in dit deel van Nederland nog geen sproeiverbod is uitgevaardigd. Wel merkt hij op dat de kosten voor sproeien voor de boeren flink zijn opgelopen, als gevolg van het afschaffen van rode diesel.
Niet alleen de gewassen, ook de levende have ondervindt problemen van de warmte van de afgelopen dagen. “Koeien hebben erg veel last van dit warme weer,” zegt Westrik. “Het zijn ruwvoer-vreters en daardoor produceren ze zelf al erg veel warmte, die ze vervolgens niet kwijt kunnen. Het gevolg is dat de voeropname terugloopt en daarmee ook de productie.”
Melkveehouders die de koeien normaal in de wei hebben, doen er volgens Westrik verstandig aan ze overdag in goed geventileerde stallen te laten, om ze te beschermen tegen de brandende zon. “In de nacht kunnen ze dan naar buiten om te kunnen weiden en dat doen ze maar al te graag. Verder is volop drinkwater in deze dagen erg belangrijk. Sommige boeren zetten een sproeier op het dak van de stal om het zo in de stal wat koeler te houden.” Nijkamp beaamt dat veel dieren het zwaar hebben, maar ‘in de moderne stallen van tegenwoordig is het klimaat veel beter te regelen dan voorheen. Met allerlei maatregelen kun je de temperatuur in de stal wel een graad of zeven laten zakken.”