‘Recordaantal faillissementen in 2012’ kopte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vorige week. In 2012 gingen 18 procent meer bedrijven over de kop dan een jaar ervoor. Het werkgebied van Smit en Legebeke Gerechtsdeurwaarders uit Ommen is Zuid-Oost Drenthe en Overijssel. Ook hier is de toename van faillissementen duidelijk zichtbaar. “Het neemt hand over hand toe”, aldus Willem Legebeke. In de regio ging onlangs bouwbedrijf Exel failliet, maar ook grote ketens als Schoenenreus kunnen het hoofd niet meer boven water houden.
“In 2008 begon het een beetje”, vertelt Legebeke. “Toen hadden bedrijven nog enige reserves, maar die raakten op. Vooral in de bouw staan de prijzen onder druk. Er is steeds minder werk, voor een scherpere prijs, en dan blijven er ook nog steeds meer rekeningen onbetaald.”
[b]Domino-effect/[b]
Door de faillissementen ontstaat er een vicieuze cirkel, een domino-effect. “Er vallen veel ontslagen, en die mensen kunnen met een uitkering minder besteden. Dus dat is niet goed voor de omzet van winkels in de regio. Kijk maar naar Ommen: bedrijven moeten regelmatig stoppen, winkels staan leeg door een dalende omzet. En in Hardenberg vervallen in mei de eerste vijfjaarscontracten voor het nieuwe winkelcentrum. Ik ben benieuwd hoeveel bedrijven er weggaan.”
Hoewel er nog nooit eerder zoveel faillissementen waren als in 2012, denkt Legebeke dat we nog niet alles gehad hebben. “Ik denk niet dat we de bodem al hebben bereikt.” De bouw en zzp’ers werden het zwaarst getroffen: er gingen 35 procent meer bouwbedrijven failliet en bij eenmanszaken werd 29 procent vaker een faillissement uitgesproken. “In het oosten kennen we veel bouwgerelateerde bedrijven en veel zzp’ers. Zij kunnen nu minder per uur vragen, waardoor er minder geld overblijft voor nieuwe materialen of een busje. Dat is slecht voor de groothandel in gereedschappen en het garagebedrijf. Het heeft overal zijn weerslag op.”
No cure no pay
Toch is het een misverstand dat het voor gerechtsdeurwaarders een gouden tijd is, benadrukt Legebeke. “We hebben veel aanbod van zaken, maar wij werken volgens no cure, no pay.” Het bedrijf zit immers aan de ‘onderkant’ van de markt: bij de klanten is meestal echt geen geld, en dus ook niets te halen. “Wij floreren het best bij een gezonde economie. Bedrijven zijn dan veel eerder bereid om op krediet te leveren. Nu moet er eerst betaald worden voordat de producten geleverd worden.”
Het ziet er allemaal niet zo goed uit voor de directe toekomst. Toch hamert Legebeke erop dat we niet moeten doemdenken. “We leven in een fantastisch en rijk land. We moeten hier doorheen. Er moet weer meer vertrouwen zijn, als bouwend Nederland in de lift komt, krijgt alles meer schwung.”