Vorige week vertelde ik over het ontslag op bedrijfseconomische gronden bij mijn werkgever.
Natuurlijk wist ik al dat het niet goed ging met het bedrijf; het bedrijf detacheert bij de overheid en daar werd en wordt behoorlijk de hand op de knip gehouden. Een jaar eerder was er ook al een reorganisatieronde en verloor ik o.a. mijn twee naaste P&O-collega’s. Daarmee verdwenen de gezelligheid en het broodnodige sparren met elkaar. Ik kreeg opeens de verantwoordelijkheid over alle buitendienstmedewerkers, maar zelfs dat kon niet voorkomen dat het behoorlijk rustig was op sommige dagen. Bovendien werd de sfeer er binnen het bedrijf niet beter op vanwege de angst of het bedrijf deze economische malaise zou doorstaan.
Tot op een middag een mail gestuurd werd vanuit de directie aan alle binnendienstmedewerkers met daarin de oproep om de volgende middag om 14 uur in de kantine te verschijnen voor een toespraak van de directeur. Alle afspraken moesten worden afgezegd, waarop meteen de wildste verhalen de ronde deden: “Zie je wel, we gaan op de fles!”. Ik had toen, eerlijk gezegd, nog geen flauw idee van wat er gezegd zou gaan worden.
Op de bewuste middag zaten we met alle collega’s in de kantine en werd er meegedeeld dat het niet goed ging in de markt en dat er teveel medewerkers in de leegloop (thuis zitten zonder opdracht, terwijl het salaris doorbetaald wordt door het bedrijf) zaten. Er moest op korte termijn een oplossing komen en men had bedacht ons allen (dat wil zeggen alle binnendienstmedewerkers) een zelfde offer te vragen, namelijk 10 procent inleveren van ons salaris. Er werden een paar vragen gesteld en ik zelf wilde graag weten of de directie zelf ook ging inleveren. Als antwoord werd gegeven dat de MT-leden al salaris hadden ingeleverd. Iedereen vertrok weer uit de kantine en verdween naar zijn/haar kantoor. Het moest nog even “indalen” en ik neigde naar de volgende gedachte: als dit nu écht de oplossing was voor het probleem en we redden het bedrijf hiermee of een aantal banen, dan was ik ertoe bereid.
Na er wat meer over nagedacht te hebben, zat er toch een aantal haken en ogen aan het voorstel.
Mocht je toch nog je baan verliezen, dan wordt de hoogte van je WW-uitkering namelijk gebaseerd op het salaris dat je verdiende in de 26 weken voorafgaand aan de eerste werkloosheidsdag (dus een lager bedrag!).
Behalve dat je bij salarisinlevering minder verdient en minder vakantiegeld krijgt, heeft het ook gevolgen voor je pensioen. De grondslag voor je pensioen is een afgeleide van je salaris. Tien procent loon inleveren, betekent grofweg tien procent minder pensioenopbouw over de periode dat je minder werkt.
Daarbij was het ons, als werknemer, niet duidelijk of de directie ons als collectief of als individu om een offer vroeg. Het zou wel heel zuur zijn wanneer ik besloot 10% in te leveren en ik bleek de enige te zijn.
Dit waren toch zaken die mij deden besluiten niet op het voorstel in te gaan. Ik bleek niet de enige te zijn, want ook mijn collega´s kozen er massaal voor om niet toe te stemmen in het plan.
Wat zou jij/u hebben gedaan?
Toos W.