De Amsterdamse krakersgroepen riepen op tot protestdemonstraties en een massale kraakactie uit onvrede over het woningbeleid: veel leegstand, maar tegelijkertijd een gebrek aan goedkope woningen. De nacht voor de kroning bewaakte Voortman de Nieuwe Kerk en zette wegen af. Na een paar uur slaap werd hij alweer teruggehaald: “We hoorden dat er allemaal trammelant was met de krakers. Er waren dikke rellen. We hebben toen in een busje van de gemeentepolitie door heel Amsterdam gecrost. We gingen van onheilsplek naar onheilsplek, tussen de rellen door.”
“Op een gegeven moment kwamen we bij de gemeentewerf, en alle auto’s die daar stonden van de ME en de politie: overal zaten deuken in, de ruiten waren kapot.” Achteraf kan Voortman zeggen dat hij niet bang was: “Het was wel zeer verrassend. Ik viel van de ene verbazing in de andere. Het was een nieuwe ervaring.”