Armoede. Het is een fenomeen van alle tijden. Onder de oppervlakte van enorme welvaart in Nederland, gaan veel trieste verhalen schuil over geldgebrek en de daaruit voortvloeiende schulden en sociale isolatie. Geen geld hebben, betekent namelijk vaak ‘niet mee kunnen doen’. Ook in Ommen gebeurt dat. In deze miniserie laat Vechtdal Centraal verschillende mensen aan het woord over armoede. Vandaag is dat wethouder Ko Scheele van Ommen.
Als je door Ommen loopt krijg je niet de indruk dat er ook hier armoede is. En toch is dat het geval, al is het niet meer zo duidelijk aanwijsbaar als vroeger. Vroeger was redelijk zichtbaar welke gezinnen door armoede waren getroffen. Vaak waren het families die het generaties lang financieel niet konden redden. Men sprak van ‘over-erving van armoede’. Tegenwoordig zien we heel verschillende oorzaken van armoede: plotseling ontslag, het niet kunnen verkopen van een huis, scheiding met al zijn gevolgen. Dat maakt het voor een gemeente lastig om gericht deze mensen te benaderen en waar nodig tot steun te zijn.
We weten dus onvoldoende van armoede. Gegevens zijn beperkt voorradig. Niet voor niets zijn er ook mensen die leven onder de armoedegrens, die niet gekend willen worden, uit schaamte. We spreken dan van ‘stille armoede’. In gesprekken met kerken merk ik dat ook in Ommen dit aan de orde is.
Armoede betekent gebrek aan geld, vaak schulden. Ommen verleent bijstand voor langdurig werkelozen, inclusief een bijzondere toeslag. Daarnaast is er bijzondere bijstand voor mensen met extra beperkingen. Ommen heeft de afgelopen twee jaren extra ingezet op schuldhulpverlening. Niet alleen besloot de gemeenteraad om het budget te verhogen, ook werd de hulp uitgebreid door een spreekuur van de Gemeentelijke Kredietbank in ons eigen loket in het gemeentehuis. Daarnaast wordt er meer gedaan aan preventie, voor ouderen, maar ook voor jongeren zoals op scholen met het project Klassekas. De vraag is uiteraard of dit voldoende is.
Armoede is veel meer dan alleen geldgebrek. Ten diepste is het de beperking om mee te kunnen doen. Ons motto is “Meedoen in Ommen” en dat moet dus voor een ieder kunnen gelden. Dat verklaart bijvoorbeeld de mogelijkheid voor een financiële bijdrage bij deelname aan sportverenigingen. Misschien is er meer nodig.
De gemeenteraad wil graag nagaan hoe het armoedebeleid kan worden versterkt. Laten we daar het gesprek over aangaan, ook in de Ommer samenleving!
Ko Scheele, wethouder