Op weg naar Amsterdam voor de première van Mindwalls. Een film waar ik samen met nog twee vriendinnen een godinnenrol in vertolkten. Als een ware diva presteerde ik het al me die ochtend te verslapen. Om de verloren tijd in te halen na knalden we met hoge snelheid naar de hoofdstad. Want er moest nog het een en ander geshopt worden vóór de rode loper.
Tijdens een plaspauze was het druk bij de toiletten van het warenhuis. Dames moesten wachten, heren konden doorlopen, zo ook een donkere man met een jongetje. “Mot de kleine ook plasse?” vroeg de toiletdame in plat Amsterdams. De man vertelde in gebrekkig Engels dat hij dat nog niet wist, wilde voor één persoon betalen. Daar ging de wc-dame niet mee akkoord en liet dat duidelijk verbaal horen. Het aanwezige publiek schoot in de lach. Piesten bijna in de broek toen de man duidelijk maakte dat hij daarbij ook moest poepen. Waardoor het toiletbezoek, volgens een gevatte toeschouwer, het dubbele moest kosten. De man reageerde geïrriteerd en vond het ook nog eens belachelijk de volle pond te moeten betalen voor zijn zoontje. Kinderen moesten voor half geld, stelde de man. De toiletdame vond daarentegen dat hij niet zo moest ‘zeike’.
Door het geitenbreier-theater zouden we bijna te laat komen voor onze voorstelling. En met een snel gekocht broodje liepen we naar buiten. Bij de poortjes ging het alarm af toen ik voorbij kwam. Heel onnozel keek ik de beveiligingsbeambte aan. Of ik iets was vergeten te betalen? Niet dat ik dacht. Maar ik voelde me geheel onschuldig en gaf hem mijn tas om dat te laten controleren. “En wat is dit dan?” Daar kwam een make-updoosje tevoorschijn, gekocht ergens in september, maar nog niet gebruikt. Tja, hoe verklaar je dat? In gedachten zag ik mezelf al met handboeien om afgevoerd worden. Het liep met een sisser af. Kan deze ervaring toevoegen op mijn cv als filmdiva. Acteren lijkt wel op mijn lijf geschreven.
Bij de Thai werden de gebeurtenissen van de dag uitvoerig besproken. Blijkbaar gierden aanwezige zenuwen als voetzoekers roekeloos door het restaurant, want bij het brengen van het eten stootte de serveerder mijn drinken om. Een koude plens cola belandde recht op mijn schoot. Van schrik schoof ik hierdoor met mijn stoel naar achteren, waardoor mijn achterbuurman bijna in zijn hete soep dreigde te eindigen. Dat is de druppel, ik ben nog lang niet toe aan het leven als BN’ner. Mijn sterallures schenk ik aan degene die het harder nodig heeft, ik hou me liever bij sterretjes straks om 12 uur.
Gelukkig Nieuwjaar!
Nanda van Spijker