In de nieuwe uitgave van het Ommer historisch tijdschrift De Darde Klokke (nummer 161) worden dit keer weer een aantal ondernemers van weleer belicht. Zo worden de activiteiten van de “koningin” van naald en draad, Dina Poortier, uitvoering beschreven. Verder aandacht voor de smederijen van Appelhof en Warmelink.
Ommen kende vroeger meerdere smederijen. Zo was Marten Appelhof “Bonds Hoefsmid van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond” en tevens “Hoefsmid met Rijksdiploma”. Opmerkelijk waren de bijnamen van de smeden. Zo was Warmelink niet anders bekend dan “Marten van Appelhof”, Hendrik Luttekes werd Smittie genoemd en Anton Kerver was de Ketlapper.
Van een hobby een beroep maken. Dat lukte Dina Poortier. In de Bermerstraat neemt ze de naaischool over van Jenny Kampman en opent in 1977 een eigen stoffenzaak de Arriënpoort aan de Dokter van Raaltestraat, waar eerst Maison Raak was gevestigd. In De Darde Klokke verder een overzicht van de schade die Ommen heeft geleden in de Tweede Wereld Oorlog. Na de oorlog is door de gemeente de schade geïnventariseerd en vastgelegd. Alleen al het herstel van de schade aan wegen door transport van V2-raketten was een bedrag gemoeid van toen ruim 244000 guldens.
Over de oorlog 1940-1945 haalt Jan Wissink in het tijdschrift herinneringen op. Wissink verloor zijn vader en broer als gevolg van de oorlog. Abonnees krijgen het blad De Darde Klokke in de bus. Losse nummers zijn te koop bij boekhandel Bruna aan de Kruisstraat in Ommen.