het kerstverhaal deel 8

Hij stak een grote hand naar haar uit en pakte haar bij de hand en bromde weer: ”Kom met.” Of ze wilde of niet, die grote kerel trok haar overeind en begon gelijk met enorme passen te lopen. Fennigje moest op een drafje om hem bij te houden. Toen ze begon te hijgen keek de man verstoord naar beneden maar hij hield zich toch iets in. Al die tijd werd er geen woord gesproken. De mannen liepen heel doelbewust door de sneeuw. Het was donker geworden en toch was het schijnsel van de sterren op de sneeuw blijkbaar genoeg voor ze om de weg te kunnen vinden.

Daar liep ze nu met drie grote gevaarlijke mannen. Als ze niet beter wist, zouden het ook de drie koningen kunnen zijn die onderweg waren naar de stal. Die drie koningen brachten geschenken mee voor het kindeke Jezus want ze waren ontzettend rijk. Deze mannen zagen er meer naar uit dat ze heel graag die drie koningen zouden beroven. De echte drie koningen liepen niet, maar reden op kamelen en ze volgden de ster aan de hemel. Deze mannen keken helemaal niet naar de sterren en ook niet naar haar, wat wilden ze toch? Fennigje klemde de stok van Hendrik extra stevig onder haar vrije arm, als ze haar pijn wilden doen zou ze met de stok…

– wordt vervolgd –

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.