Hagedis, adder, vlinders, zoogdieren en vogels zullen profiteren van de nieuwe verbindingen. Voor de bewoners uit de omgeving wordt op donderdag 10 november een informatieavond gehouden bij de Beerze Bulten. In dit project wordt samengewerkt door Bosgroep Noord-Oost Nederland, RAVON en Landschap Overijssel. Provincie Overijssel financiert het project.
Bewoners uit de directe omgeving rond Beerzerveld en andere betrokkenen kunnen zich laten informeren over de geplande werkzaamheden. De avond wordt gehouden van 19.30 – 21.30 uur in de Brasserie van Beerze Bulten, Kampweg 1, Beerze. Om 20.00 uur wordt een korte presentatie gegeven. Vragen kunnen voor en na die tijd gesteld worden aan de betrokken partijen.
Het dichtgroeien van hoogveentjes en natte heideterreinen binnen boscomplexen is een bedreiging voor veel planten en diersoorten die afhankelijk zijn van dit type leefgebied. In het project ‘Vipera verbindt…..’ worden heide en hoogveentjes weer met elkaar verbonden. Zo worden bedreigde soorten uit hun isolement gehaald. Tal van soorten profiteren hiervan, waaronder de adder, zand- en levendbarende hagedis, poelkikker, kamsalamander, knoflookpad, vlinders als heideblauwtje, bruine eikenpage en bruine vuurvlinder, heidesabelsprinkhaan, zoogdieren als boommarter, vogels als roodborsttapuit, klapekster en blauwborst en vleermuizen.
De eerste fase in 2008 was gericht op werkzaamheden langs de spoorlijn in Beerze. Deze tweede fase richt zich op het Beerzerveld. Het Beerzerveld bestaat uit vochtige heide en droge heide met jeneverbes. Dit open gebied is steeds voller komen te staan met bomen. Met name aan de randen rukt de verbossing op en het areaal heide is daardoor afgenomen. Door dit project zal deze verbossing worden teruggedrongen en zullen enkele verbindingen tot stand worden gebracht. Zo ontstaat weer een gebied dat afwisselend kaal is, dan weer bedekt met struiken.
Een groot deel van de werkzaamheden bestaat uit het terugzetten van de bosrand, het verwijderen van kleine bosoppervlaktes binnen het open heideterrein, het dunnen van bospercelen en het aanleggen van verbindingsstroken. In totaal betreft de boskap ongeveer 13 hectare en de dunning zo’n 5 hectare. Deze maatregelen zullen op en rondom het gehele Beerzerveld worden uitgevoerd. Op veel plaatsen is op dit moment al een geschikte ondergroei van struikachtigen aanwezig. Deze struikachtigen zullen dan ook grotendeels worden gespaard. Met het oog op de bruine eikenpage, een vlindertje, zullen ook jonge eikjes worden gespaard, evenals jeneverbessen. Binnen de delen waar het bos geheel wordt gekapt, zullen enkele markante bomen behouden blijven. Deze bomen vormen een belangrijke rustplaats of uitkijkpost voor diverse vogels.
Een deel van de bosbodem, zo’n 3 á 4 hectare, zal worden geplagd. Bij het plaggen zal het microreliëf (kleine hoogteverschillen) zoveel mogelijk in tact worden gelaten. Dit zorgt namelijk voor belangrijke overgangsituaties en verschillende microklimaten. In de vlakke bosbodem die geplagd wordt zal enigszins “gerommeld” worden om juist dit bijzondere microreliëf te creëren.
Om meer staand dood hout te krijgen zal circa 3% van de bomen in de randzones worden geringd. Dit gebeurt nadat de boomvelling heeft plaatsgevonden. Door ringen wordt de sapstroom onderbroken en sterft de boom geleidelijk af. Hiervoor komen vooral bomen met een diameter groter dan 20 centimeter in aanmerking. De dode bomen vormen een belangrijke leefplek voor allerlei dieren en planten.
Een deel van het vrijgekomen hout (zowel dik stamhout, stobben als enig takhout) zal in hout/plagselwallen worden verwerkt. Het gebruikte plagsel zal hoofdzakelijk bestaan uit zoden van overheersende grassoorten pijpestrootje en bochtige smele. Het resterende deel van het vrijgekomen hout zal worden verwerkt voor de houtmarkt.
Door de werkzaamheden kunnen bezoekers van het Beerzerveld enige hinder ondervinden van de werkzaamheden. Paden kunnen tijdelijk minder goed begaanbaar zijn. Landschap Overijssel zal zo spoedig mogelijk de paden herstellen.