Krampachtig probeer ik me staande te houden in de bewegende roze massa. Ik kijk koortsachtig om me heen. Daar! Snel stap ik er op af. Twee vreemde ogen staren me aan. Niet mijn dochter. Op de achtergrond hoor ik Nick en Simon ‘Pak maar mijn hand’ zingen, maar die ben ik zojuist kwijt geraakt. Tina-dag in Duinrell met allemaal meisjes, heel veel moeders en ze zijn allen verpakt in roze. Boa’s, rokjes, leggings, beenwarmers en zonnebrillen. Ik wurm me door een uitzinnige massa van gretigheid heen. Gratis, gratis. Hebben, hebben. Hebzucht in de vorm van gillende tieners en apathische moeders.
Het lijkt wel een droom, ik moet alleen nog ontdekken welke variant het is. We zouden samen een Tina-tas scoren. Ik dacht dat niet als enige. Als roze vliegen op jacht naar een zoete suikerspin dromden zich vele lichamen in elkaar. Ergens in dat gedram gleed mijn hand uit die van haar. Als in een nachtmerrie.
“Hoe ziet ze eruit?” vraagt de vriendelijke kikkerdame, waarbij ik me meld om mijn verlies aan te geven. “Uh… roze?” mompel ik stamelend. Verdikke, ik weet niet meer wat mijn dochter draagt. Mijn hoofd voelt licht en draaierig. Waarschijnlijk een bijwerking van de penicilline-kuur ter bestrijding van het griepvirus uit Terschelling. Ook omdat mijn meisje ergens moederziel alleen zit tussen al die 13.000 Tinaatjes. Een scala aan nare scenario’s trekken zich aan mijn koortsige hoofd voorbij. “Maakt u zich niet ongerust, ik heb vandaag al vele moeders met hun dochters herenigd”. Mijn ogen hebben zich blijkbaar verraden. Ik kan niets anders doen dan terug gaan naar plaats van delict, hopend dat mijn Truusje niet te ver is afgedwaald. De kikkerdame gaat zoekend op pad.
Als bij toverslag is mijn meisje terug in mijn leven. ‘Sterker nu dan ooit’, kwelen de gebroeders uit Volendam. Mijn moederhart stroomt over van liefde. We vliegen elkaar in de armen. “Waar was je nou?” vraag ik haar. Met tranen in haar ogen kijkt ze mij aan. “Bij Nick en Simon.”
’s Avonds vertelt mijn middelste haar verhaal van de Tina-dagbelevenissen aan haar broer en zusje. Trots worden de gescoorde artikelen geshowd en verdeeld. Broerlief ontdekt dat er weinig bij zit wat zijn interesse heeft en vraagt zich hardop af of er ook een Donald Duck-dag bestaat. Ik voel me plots warm en koud worden, het enige wat ik nu wil is onder mijn donsveren dekbed kruipen. Voorlopig ben ik even genezen.