Evenals Gerrie Smienk had zij slechts drie fouten gemaakt bij het invullen van de juiste betekenis van de dertig gevraagde dialectwoorden en uitdrukkingen. Maar Fennie Voortman had de schattingsvraag naar het gezamenlijke inwonertal van de Vechtdalgemeenten net iets beter beantwoord en werd daarom tot winnaar uitgeroepen.
De woorden en uitdrukkingen werden uitgelicht uit een verhaal dat werd geschreven door Wim van Lenthe, oud-journalist van de Stentor. Hij vertelde over een rommelboer in Ommen die, omdat hij het hoofd niet meer boven water kan houden, bij de buurman gaat informeren of er samengewerkt kan worden. Een goed verstaander zag al snel in dat het verhaal eigenlijk de gemeente Ommen betrof met haar escapades richting de buurgemeenten.
Zijn verhaal over Boer Gerrit was doorspekt met mooie woorden zoals: ‘vernemstig’, ‘kleistern’ en ‘babbelgoegies’. Wat zoveel betekent als ‘slim’, ‘op een draf lopen’ en ‘praatjes hebben’. Boer Gerrit, niet echt een efficiënte boer, maar meer een keuterboertje die op z’n Ommens gezegd:’d’r maanks gien sloeke op kan krieg’n’, omdat hij ‘gedurig zovulle anhaelt’, zoekt samenwerking met de buurmannen. Maar deze boeren zien hem liever gaan dan komen en van zijn vrijage komt niets terecht. Vooral de woorden zam [vers] en snore [peuter] leverden veel foute antwoorden op. Het dictee kostte de veertig deelnemers dan ook de nodige hoofdbrekens.